DE REALISATIE |
Commercieel |
In de eerste plaats zou een concrete uitbreiding van stereo naar een vier-kanaals systeem een simpele en goedkope opleving van de hifi-industrie opleveren. Men kan dan immers bij de consument meer van hetzelfde verkopen, nl. een extra stereo-versterker en twee extra boxen. Geen onkosten voor ontwikkeling, oude ontwerpen blijven hun waarde houden en voor het quasi-decoder-systeem kunnen de oude ontwerpen in een iets gewijzigde vorm worden gegoten. In een nieuw ontwerp kunnen de bestaande sets gecombineerd worden in een nieuw apparaat met vier (gelijkwaardige) eind-versterkers en keuze mogelijkheden voor bestaande stereo-weergave, quasi-quadrofonische decoding of bypass van een concrete vier-kanaals opname. |
Technisch |
De reproductie van vier concrete geluidskanalen via een LP is eigenlijk technisch niet tot nauwelijks haalbaar, behalve als de LP met behulp van een laser-systeem zou worden afgetast in plaats van met een naald. Door een Compact Cassette volledig aan 1 kant te gebruiken met een 4-kanaals-kop kan het wel. Bij bijv. de Tascam-machines wordt dan de gebrekkige geluidskwaliteit, veroorzaakt door het smalle spoor, gecompenseerd door de dubbele snelheid van 9.5 cm/sec (Daardoor wel de halvering van tijd die beschikbaar is). Terzijde wil ik hierbij opmerken, dat ik het jammer vind, dat de hifi-industrie niet op grote schaal, in navolging van bijv. het merk Denon, een schakelmogelijkheid heeft aangebracht op cassettedecks om te kunnen kiezen tussen gewone en dubbele snelheid. Men ging er kennelijk, gemakzuchtig, van uit, dat de consument kiest voor zo lang mogelijk muziek op een tape in plaats van de halve tijd, maar met een sterk verhoogde kwaliteit. Gemiste kans. Desondanks kan een 4C-systeem op cassette makkelijk gerealiseerd worden. De techniek is er al, de koppen zijn er al, de circuits zijn al ontworpen, alleen het 'front-end' heeft wat aanpassingen nodig. Het weergave-systeem van de CD biedt tot nu toe de beste toekomst-mogelijkheden voor een 4-kanaals geluidsrealisatie. De digitale informatie op een CD staat serieel opgeslagen en het elektronisch weergave-circuit splitst dit uit via zgn multiplexing naar informatie beurtelings voor het linker- en het rechterkanaal. Het electronisch circuit, dat zorgt voor de CD-uitlezing naar een geluidskanaal 1-2-1-2-1-2... kan technisch gezien betrekkelijk simpel worden gemodificeerd naar een functie van uitlezing tot kanaal 1-2-3-4-1-2-3-4-1... Dat is een kwestie van volgorde van tellen. Als de bestaande situatie hetzelfde zou blijven, zou dit gevolgen hebben voor de geluidskwaliteit, omdat de 'scan'-frequentie van 44 kHz gehalveerd zou worden, wat een hoogste geluidsweergave zou opleveren van 11 kHz, wat een beetje schraal zou zijn voor een hifisysteem. Hetzelfde tijd-kwaliteitsprobleen als bij de cassette. Maar in het electronisch gebeuren is het sneller worden een kwestie van tijd en ontwikkeling, dus is een 4-kanaals CD misschien even wat minder van kwaliteit, of heeft wat minder tijd aan informatie, maar daarna zullen deze elementen weer hetzelfde zijn als de voorganger met stereo-informatie, dus plm. 70 minuten aan 4C-muziek met een clockfrequentie van 44 kHz. Voor de bestaande electronische circuits zal het geen enkel probleem zijn, als de clockfrequentie van 44 naar 88 of 176 kHz gaat, of nog hoger, de noodzakelijke verbetering zal eerder misschien moeten zitten in de snellere software van het proces, de algoritmes voor de foutcorrectie, spoorvorming, etc. Het ontwerp van een dergelijke CD-speler zal voor de fabrikanten ook behoorlijk goedkoop uitvallen, omdat voor een groot deel bestaande circuits en behuizingen kunnen worden gebruikt. Wanneer een 4-kanaals CD-speler eenmaal gerealiseerd is, zal het relatief simpel zijn, om de multiplexing terug te schakelen naar 2 kanalen om de bestaande stereo-CD's af te spelen, misschien zelfs met een auto-detectie-circuit. Ook voor het afspelen van een 4C-CD op een stereo-speler zullen afspraken nodig zijn welke kanalen met welke moeten worden gecombineerd. Voor de 4-kanaals weergave van geluid bij films en video zal het ook weinig probleem geven om twee extra geluidssporen toe te voegen. Bij mijn weten zijn de films met zgn. Dolby-surround sound daarvoor al uitgerust met, naast de 2 geluidssporen, een extra spoor met een draaggolf voor de decodering. Dat zijn er dus al drie... Dan kan vier ook wel, lijkt me. Ik weet op dit moment niet, of deze opbouw ook opgaat voor de CD's met Surround sound, waarschijnlijk wel. Er zijn tenslotte al CD's met een combinatie van geluid en video en bij de nieuwste ontwikkeling staan al complete films geregistreerd. Het blijft natuurlijk zo, dat zowel bij audio als bij audio-video produkten de wil om het audiogedeelte concreet in vier verschillende kanalen op te nemen wel aanwezig moet zijn. |